‘Landleven’ smaakt naar honing en aardbeien, naar lommerrijk luieren, naar een goed glas wijn, naar wandelen met een grasspriet tussen je tanden, naar ruisende wind door het tarweveld, naar knapperend haardvuur, naar harmonie. Op Landgoed Mariënwaerdt is deze emotie tastbaar gemaakt. Niet langer exclusief beschikbaar voor adel of nouveau riches, maar grijpbaar voor de ‘gewone man’. En daarmee treedt er een merkwaardige omkering op, want dit ‘Heerlijke’ leven voor eenieder is alleen mogelijk door hard werken van de landgoedeigenaars. Lovenswaardig ook, want daarmee blijft een gaaf stukje cultuurland voor toekomstige generaties, van welke afkomst ook, behouden.
Linge
De Linge was bepalend voor de ontwikkeling van Landgoed Mariënwaerdt. Deze Nederlandse rivier zette voorheen langs z’n oevers een wal van zand en klei af. De zandgronden staken als eilanden (‘waarden’) boven de rivier uit en vormden een aantrekkelijke woonplek. Ze dienden tevens als ‘verbindingsweg’ om zonder natte voeten te kunnen reizen.
In 1129 bouwden de norbertijnen hier hun abdij. Ze hadden als volgelingen van Norbertus van Gennep de opdracht om de boodschap van Christus te verkondigen. Ze noemden hun abdij het Mariënwaerdt, ‘het eiland van Maria’, ter beschikking gesteld door de bisschop van Utrecht. Naast bebouwing was er op de hogere delen plaats voor akkers en boomgaarden, dicht bij huis. In de lagere delen bevonden zich de weide- en hooilanden. De gronden dicht bij de abdij werden bewerkt door de norbertijnen zelf.
In de middeleeuwen zijn de gebouwen diverse keren geplunderd en verwoest, de laatste keer in 1567. Sindsdien is het door de norbertijner monniken ontwikkelde complex met hoge akkers en lage velden, met fruitteelt en gemengd bedrijf, met eigen werkkrachten en pachters, niet wezenlijk veranderd.
Hoewel bedijking een einde maakte aan overstromingen en de woerd (terp) onder boerderij De Woerd geen functie meer heeft, waren de hoogteverschillen die de Linge gemaakt had, nog tot 1951 van nationaal belang. Ter verdediging van Holland konden de lage gronden onder water gezet worden als onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Op de inundatiebank die je onderweg tegenkomt, is te zien hoe hoog het water in dat geval zou staan. En, net als in de tijd van de overstromingen door de Linge, zouden bij inundatie de oeverwallen boven het water uitsteken. Tussen de Lek en de Waal zou dit de enige droge doorgang van oost naar west zijn geweest, in militair jargon ‘het Linge-acces’. En dat was precies wat de Nieuwe Hollandse Waterlinie beoogde; de vijand dwingen bepaalde routes te nemen om hem vervolgens bij een versterkt punt op te wachten, in dit geval het fort Asperen, ongeveer tien kilometer verder stroomafwaarts. Bij het inwerkingtreden van dit verdedigingssysteem had Mariënwaerdt midden in de gevarenzone gelegen. Zo ver is het echter nooit gekomen.
Huis Mariënwaerdt
‘Alles wat we doen en ontplooien is voor de instandhouding van het landgoed’. Aan het woord is Daphne van Bodegom, communicatiemedewerkster van Landgoed ‘Heerlijkheid Mariënwaerdt’. De heerlijkheid is sinds 1734 in het bezit van de familie Van Verschuer. Graaf van Bijlandt, de voorvader van de familie, bouwde het Huis Mariënwaerdt op de gewelven van de verwoeste norbertijner abdij. De kelders met kruisbogen zijn nog steeds te bezichtigen. Sindsdien is Mariënwaerdt steeds in rechte lijn vererfd, waarbij de gebiedsgrenzen ongewijzigd zijn gebleven. Inmiddels beheert de negende generatie van de familie het landgoed. Op het 900 hectare grote landgoed zijn vooral traditionele activiteiten te bespeuren: een groot gemengd agrarisch bedrijf met biologische akkerbouw, flinke fruitboomgaarden en melk- en slachtvee. Op het landgoed zijn ook honderden walnootbomen, uitgestrekte populierenakkers, een eendenkooi en grienden die wilgentenen leveren, te vinden. Vanwege het oorspronkelijke karakter wordt Mariënwaerdt ook wel het ‘openluchtmuseum van het rivierengebied’ genoemd. Toch maakt het landgoed geenszins een slaperige indruk. Wie iets verder kijkt, ontdekt tal van activiteiten die passen in een doordacht plan waarbij duurzaamheid en biologische aanpak centraal staat. De initiatieven variëren van een prachtig gelegen bed & breakfast in de monumentale hofstede ‘De Neust’ tot een eigen lifestyle-glossy ‘Heerlijkheid’ over onthaastend leven op een landgoed, en van de sfeervolle landgoedfair in augustus tot heisessies en conferenties in een van de rijksmonumenten op het landgoed.
Landgoedwinkel Mariënwaerdt
Om bezoekers van de eigen producten te laten proeven zijn Brasserie Marie en Pannenkoekenrestaurant De Stapelbakker ingericht. Pièce de résistance is de Landgoedwinkel Heerlijkheid Mariënwaerdt, waar bezoekers het rijke landleven voor thuisgebruik kunnen inkopen. Duurzaamheid en biologische productie mogen dan pas de laatste jaren in de mode zijn, op Mariënwaerdt vormen zij al ruim 25 jaar de kern van het beheer. En met succes. ‘Het is een kwestie van lange adem, maar hier kun je zien dat het echt werkt!’ aldus Van Bodegom. De biologische producten zoals landgoedkaas, fruitsappen, jams, chutneys en koekjes bereiken zo’n driehonderd winkels in het hele land. Maar, ‘commercie mag niet de boventoon voeren. Alles gebeurt in eigen beheer en met zo veel mogelijk respect voor rust, ruimte en cultuur’.
Walnoten
Langs de Notenlaan en Notendijk staan honderden bomen die de bekende walnoot voortbrengen. Maar, eigenlijk is de walnoot geen noot zoals de hazelnoot of eikel, maar een steenvrucht, zoals de kers of abrikoos. En, om het nog verwarrender te maken, walnoot (Juglans) is de verzamelnaam voor vele walnootsoorten en -rassen met mooie namen als broadview, buccaneer, coenen of axel. Op de heerlijkheid staan okkernoten (Juglans regia), ook wel gewone walnoot genoemd. De noten hiervan vinden hun weg naar de beroemde walnotentaartjes van barones Van Verschuer.
Startpunt van de route:
Parkeerplaats Landgoedwinkel Mariënwaerdt
Oude Waag 21
4153 RC Beesd
Download hier het GPX bestand